Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Mijn volk, [25]over dewelken Mijn Naam genoemd wordt, zich verootmoedigt en bidt, en zij [26]Mijn aangezicht zoeken, en zich bekeren van hun boze wegen; zo zal Ik uit den hemel horen, en hun zonden vergeven, en hun land [27]genezen. 25. Dat is, die van Mij hun naam hebben, of naar Mij genaamd worden; want de vromen worden Gods kinderen, des Heeren erfdeel en zijn eigendom genaamd. Dezelfde manier van spreken is Deut.28:10; Amos 9:12. 26. Het aangezicht des Heeren te zoeken, is hem te leren kennen, alzo Hij zich geopenbaard heeft in zijn Woord, zijne werken en tekenen zijner genade, onder welke in het Oude Testament ook geweest is de ark des verbonds. Zie Ps.24:6, en Ps.27:8. 27. Dat is, vrij maken van alle ongedierte, van onvruchtbaarheid, van pest, enz.